Na een hoop geklungel met de hardware lukt het me dan eindelijk in de Viëtor-site binnen te dringen. De omschrijving Viëtor-kroniek vind ik overigens op zijn minst een beetje overdreven, als ik kijk naar de manier waarop het bedrijf TPG dit webadres heeft geannexeerd. Hoeveel euri zou hun letterslaaf Leo voor die infiltratiepogingen ontvangen? Ik moet wel toegeven, dat al die postavonturen de site flink verlevendigen. Wie denkt er nog aan Irak, als hij/zij net het treurige lot van mevrouw Hendriks heeft vernomen? En hoe zou het nu met de arme dame zijn? Krijgt zij nog nazorg van TPG, afd. Maastricht? Ik kan aan niets anders denken, of het moeten de pakketten met snoephartjes zijn. Het waren er 15, las ik. En nu pijnig ik mij de hersens met de vraag waar de 14 niet besproken pakjes zijn gebleven. Klimt Leo van tijd tot tijd stiekem naar zijn zolderkamertje om weer een kartonnen doos van een banderole te ontdoen? Valt hij bij hekken van scholen passerende kinderen lastig met de vraag "Wil jij een snoepje?" Het zijn allemaal vragen, maar wij willen hier de antwoorden.
Over mijn eigen
[www-belevenissen] kan ik kort zijn. Ik had aangekondigd allerlei Viëtor-gegevens van het net te plukken, maar dat valt vies tegen. Hoe ik ook speur naar Viëtoren, Metzen, Mummen, Schoonevelden of Van Dijken, ik vind vrijwel niets. Om over de Duverge-tak (die ik ook voor Dieuw probeer te ontrafelen) maar te zwijgen. Dat is raar, want over mijn eigen voorouders (een collectie landbouwers, inbrekers, zwervers, dagloners en een enkele postbesteller) haal ik vrachten gegevens binnen.
Mijn eerste, voorlopige conclusie moet zijn dat de Viëtor-familie, en dan met name de vrouwelijke zijtakken, een virtueel geslacht vormen. Daarom sluit ik deze eerste bijdrage af met een virtuele groet,
Zit niet bij de pakken neer. Hoi, Eric
(Deze email werd gesponsord door TPG)